Deze periode is het thema Haringcichliden. Het vlaggenschip van dit intussen tot 7 soorten uitgebreide geslacht blijft de vorm "Blue Neon" uit de omgeving van Chituta bay
Cyprichromis nigripinnis (BOULENGER, 1901)


Een superslanke muilbroeder:
Cyprichromis nigripinnis, die vroeger bekend stond als Lymnochromis nigripinnis, leeft in de natuur geintegreerd in hele grote scholen van Cyprichromis Ieptosoma. Het is daarom niet aan te bevelen deze dieren als enkeling, paartje of zelfs maar in een klein groepje te houden. Daarmee zou je de natuurlijke leefwijze geweld aandoen. Zelfs een groep van 10 dieren is n.m.m. nog te klein. In grotere groepen zullen de mannetjes elkaar regelmatig bedreigen; ernstige verwondingen komen beslist niet voor. Zeker niet als men er vanaf de inrichting van het aquarium rekening mee houdt dat deze vissen beslist geen holen of andere schuilplaatsen ter bescherming zullen opzoeken. Ondergeschikte dieren en vrouwtjes die niet paarwillig zijn, zullen zich dus moeilijk kunnen verbergen. Daarom moet het aantal dieren zorgvuldig op de ruimte en de mogelijkheden van het aquarium worden afgestemd. Ook loont het zich aandacht te besteden aan een goede verhouding van de gelachten. Het is niet moeilijk de mannetjes van de vrouwtjes te onderscheiden. De mannetjes hebben rookzwarte buik- en aarsvinnen, terwijl deze vinnen bij het vrouwtje geelachtig glinsteren; in het weekstralige deel van de rugvin vertonen de verschillende geslachtende omgekeerde kleuren. De afbeelding toont de soort uit de omgeving van Chituta bay, beter bekend als Blue neon.
Voor de Nederlandse cichlidenliefhebber is deze groep van cichliden een aanwinst. Omdat deze cichliden in tegenstelling tot vrijwel alle andere cichliden niet bodemgebonden zijn maar een voorkeur voor de middelste en bovenste waterlagen vertonen, zijn ze voor het Tanganjika-aquarium een uitkomst. Toch is niet elke cichlide geschikt gezelschap voor onze haringen. Van Cyphotilapia frontosa is bekend dat zij er in de avondschemering verwoed jacht op maken en ook bij andere soorten moet vast staan dat zij de noodzakelijke rust niet verstoren. Vooral in het begin alsde dieren zich nog aan de nieuwe omstandigheden hebben aangepast nemen ze maar moeilijk surrogaat voer aan. Om ze in goede conditie te houden kunnen we ze dan het best natuurlijke voer als watervlooien, Cyclops en kleine kreeftachtige te eten geven.
Lees en zie meer over deze prachtige cichliden op de foto-info pagina's
41, 42, en 43

 

 
top